Centrum voor gevaarlijke goederen, uitgebreid met de status van transport en potentiële risico’s

Centrum voor gevaarlijke goederen, uitgebreid met de status van transport en potentiële risico’s

Uitbreiding van het centrum voor gevaarlijke stoffen

Nadat we vorig jaar al de WinSped®-module gevaarlijke stoffen (GGC) hebben uitgebreid met toegang tot de databank voor gevaarlijke stoffen van het Federal Institute for Materials Research and Testing (BAM), heeft de toepassing nu nog twee andere waardevolle functies: Voortaan geeft de aanvraag ook de vervoersstatus weer die is gedefinieerd in de “Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg” (ADR) en de classificatie van het gevaarpotentieel van de te vervoeren goederen. “Met de uitbreiding van het Dangerous Goods Centre kan de gebruiker niet alleen gemakkelijk het UN-nummer achterhalen. Tevens krijgt hij informatie over de omstandigheden waaronder de stof volgens de geldende voorschriften gevaarlijke goederen is, en of deze in principe mag worden getransporteerd. Alsook over de bindende BAM-nota over goederen met een hoog risicopotentieel”, legt onze verantwoordelijke productexpert Thomas Meyer uit. De module wordt op verzoek geüpdatet als onderdeel van het reguliere onderhoud. LIS-klanten maken hiervoor geen kosten.

Functie 1: Transportstatus

De mogelijkheden om gevaarlijke goederen in de GGC te registreren zijn uitgebreid met het veld “Transportstatus”. Voortaan wordt de indeling van gevaarlijke goederen zoals gedefinieerd in de ADR en hun speciale transportrichtlijnen daar opgeslagen. De stoffen kunnen in de volgende categorieën vallen:

– “Deze stof is ingedeeld”

– “Geen vervoer toegestaan”

– “Niet onderworpen aan deze verordening”

– “Indeling niet bekend voor deze verordening”

Functie 2: Potentieel gevaar

Het nieuwe veld “Gevarenpotentieel” laat de gebruiker in één oogopslag zien welke gevaarlijke goederen een bijzonder hoog risico vormen. De basis hiervoor zijn de gegevens die BAM in WinSped® aanlevert.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende drie niveaus:

0) “geen hoog gevarenpotentieel”

1) “hoog risicopotentieel”

(2) “hoog risicopotentieel (radioactief materiaal)”

Terug